Er bestaan over verpleegkundige diagnostiek nogal wat
misverstanden. Echter, verpleegkundige diagnostiek biedt een schat aan
mogelijkheden om de kwaliteit van zorg en de patiëntveiligheid te vergroten (1).
Lector Verpleegkundige Diagnostiek Wolter Paans en verpleegkundig onderzoeker
Helen de Graaf voorzien ze van commentaar.
Misverstand 1: diagnostiek behoort in het medisch
domein van de arts.
'Verpleegkundige diagnostiek behoort in het verpleegkundig domein. Het is het
proces om te komen tot een verpleegkundige diagnose (probleemvaststelling binnen
het verpleegkundig verantwoordelijkheidsgebied) met de daarbij horende
zorgplanning van interventies en zorguitkomsten. Een verpleegkundige diagnose
is, kort gezegd, een eenduidige term voor: 'een zorgvraag of een
gezondheidsprobleem van een patiënt dat in principe het gevolg is van een ziekte
of aandoening'. Dit kennisdomein vormt het startpunt voor verpleegkundig
handelen. Zonder verpleegkundige diagnose kun je dus niet starten met je
zorg(2).
Misverstand 2: verpleegkundige diagnostiek is
monodisciplinair en niet geschikt in een multidisciplinaire context.
'Verpleegkundige diagnostiek is deels overlappend aan het medische en
paramedische diagnostische domein. Goede kennis van dit overlapgebied bevordert
het onderlinge begrip, kennisdeling en interdisciplinair samenwerken.
Patiënten zal het niet zoveel kunnen schelen of een diagnose nu medisch,
fysiotherapeutisch of verpleegkundig van aard is. Zij willen wel dat er
optimaal, efficiënt samengewerkt wordt en dat problemen met hen worden
aangepakt. Maar als verpleegkundigen zich niet profileren op een eigen
diagnostisch kennisdomein, lopen ze kans zichzelf multidisciplinair buiten spel
te zetten. Want als verpleegkundigen zichzelf niet erkennen, zullen andere
disciplines dat zeker niet doen. Daarom moeten verpleegkundigen verpleegkundige
kennis en een eigenstandige verantwoordelijkheid ontwikkelen als zij als
kennisdiscipline serieus genomen willen worden.'
Misverstand 3: verpleegkundige diagnostiek veroorzaakt
een overkill aan documentatie en voelt als een controlemiddel.
'Verpleegkundige diagnostiek maakt de verpleegkundige zorg inzichtelijk en
meetbaar. Het is zeker niet een controlemiddel voor het functioneren van
individuele verpleegkundigen. Een belangrijk doel is wel om op wetenschappelijke
gronden, dus meetbaar, de kwaliteit van de zorg te kunnen verbeteren.
Wetenschappelijke praktijkvoering is een verantwoordelijkheid van alle
verpleegkundigen. Ook efficiëntie in de zorgverlening is een onderwerp van
belang. Niet om verpleegkundigen harder te laten werken, maar om methoden en
handelswijzen te kunnen ontwikkelen zodat de zorg haar toegankelijkheid breed
blijft houden. Het is begrijpelijk dat verpleegkundigen klagen over het
schijnbaar mateloos moeten invullen van checklists. Juist dat kan door het
professioneel toepassen van verpleegkundige diagnostiek voorkomen worden. Door
het gebruik van standaarden kunnen gegevens voor nadere analyse worden
onderzocht en wordt de documentatielast juist verminderd.'
Misverstand 4: verpleegkundige diagnostiek
representeert de individuele patiënt niet.
'Een theoretisch kenniskader in de vorm van bijvoorbeeld diagnostische
classificaties zijn er om gebruikt te worden als hulpmiddel. Ze bevatten alleen
diagnostische concepten; het is dus (slechts) een referentiekader, een
kennisbron.
Als verpleegkundigen gevraagd wordt of zij verpleegkundige diagnosen stellen
op basis van individuele patiëntassessments, is het niet ongewoon dat zij
zeggen: 'Nee, wij werken niet met verpleegkundige diagnosen'. Bij het analyseren
van dossiers, onder meer in het ziekenhuis, de psychiatrie, de thuiszorg en in
de verpleeghuiszorg, komt een ander beeld naar voren. De ruime meerderheid van
de gebruikte probleembeschrijvingen die is aangetroffen, is direct of
indirect herleidbaar naar bijvoorbeeld de NANDA-I classificatie. Alleen is de
verpleegkundige zich er niet altijd van bewust en is de omschrijving met
regelmaat niet in professionele taal, maar meer in 'spreektaal'. Het toepassen
van diagnostische taal heeft waarschijnlijk te maken met bewustwording. Het moet
daarnaast natuurlijk ook geleerd en geaccepteerd worden. Het zal de kwaliteit
van de zorg en het onderlinge interdisciplinaire begrip sterk verbeteren, zo is
de verwachting.'
Over de auteurs:
Wolter Paans is lector bij het lectoraat Verpleegkundige Diagnostiek van de Hanzehogeschool in
Groningen.
Helen de Graaf is Verpleegkundig EPD Consultant en onderzoeker in
het Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam.
Noten:
1. Paans, W., Müller-Staub, M.M. (2014). Patients care needs:
documentation analysis in general hospitals, International Journal of Nursing
Knowledge doi: 10.1111/2047-3095.12063.
2. Paans, W., Müller-Staub, M.M.
Nieweg, M.B. (2013). The influence of the use of diagnostic resources on nurses'
communication with simulated patients during admission interviews, International
Journal of Nursing Knowledge. 24(2):101-7. doi:
10.1111/j.2047-3095.2013.01240.x