Samenvatting
Oudere Kunstenaars en een leven lang leren.
Verborgen carrières: oudere kunstenaars en een leven lang leren.
Een narratief-biografisch onderzoek naar levenslang en levensbreed leren binnen de gevorderde beroepspraktijk van beeldende kunstenaars.
PhD-research Leo Delfgaauw.
Promotoren: prof. dr. Barend van Heusden (Groningen) en prof. dr. Rineke Smilde (Hanzehogeschool Groningen, Universität für Musik und Darstellende Kunst Wien).
Dit onderzoek richt zich op de artistieke praktijk en de loopbaanontwikkeling van professionele beeldende kunstenaars. Terwijl er over het algemeen vrij veel aandacht wordt geschonken aan jonge, beloftevolle kunstenaars, blijft de lange termijn van de artistieke carrière onderbelicht. Maar wat gebeurt er als een kunstenaar ouder wordt en niet meer gerekend kan worden tot de categorie 'jong en veelbelovend'? Als hij of zij niet meer 'jonger dan Jezus' is maar wellicht wel 'wijzer dan God'? Beginnende carrières en levenslange ervaring zijn geen gescheiden trajecten en kunnen het beste worden begrepen als een levenslang voortgaande ontwikkeling. Ouder worden is een wezenlijk onderdeel van de persoonlijke en professionele ontwikkeling van kunstenaars en roept daarmee vragen op over de artistieke praktijk, individualiteit en leerprocessen.
Deze vragen vormen het startpunt van dit onderzoek: op welke wijze maken leerprocessen onderdeel uit van de gevorderde artistieke praktijk? Welke vormen van leren zijn van toepassing op de ontwikkeling en vorming van een artistiek 'zelf'? Binnen welke sociale context speelt het leren een rol bij de individuele artistieke ontwikkeling? Hoe kunnen leerervaringen van oudere kunstenaars van betekenis zijn voor het kunstonderwijs? De onderzoeksdoelen zijn: jonge kunstenaars bewust te maken van een kunstenaarschap op de lange termijn waarbij maken en leren met elkaar verbonden zijn, het uitwisselen van de ervaring en expertise van oudere kunstenaars met starters en het inzichtelijk maken van de sociale context van een persoonlijke artistieke ontwikkeling. Uiteindelijk om de ervaringen van het gevorderde kunstenaarschap van betekenis te laten zijn voor de curricula van de kunstopleidingen.
Het gevorderde kunstenaarschap en het proces van het ouder worden zijn zo direct gerelateerd aan het kunstonderwijs en aan leerconcepten zoals 'lifelong learning', 'situated learning' en 'biographical learning'. Uitgangspunt voor dit narratief biografisch onderzoek is een aantal interviews met beeldend kunstenaars werkzaam in verschillende disciplines. Deze levensverhalen bieden het fundament voor een theoretisch kader. Vanuit deze 'grounded theory' zullen concepten van identiteit en 'zelf' worden geanalyseerd vanuit onder meer het gedachtengoed van George Herbert Mead (1934 [1992]). Leerconcepten zijn ontleend aan de geschriften van o.a. Peter Alheit (2009), Peter Jarvis (2006) en Jean Lave (1991). De artistieke praktijk wordt beschouwd vanuit de institutionele en sociale context van de 'kunstwereld' (Becker 1982 [2008]) en het 'veld van culturele productie' (Bourdieu 1993). Ten aanzien van de relatie ouder worden, creativiteit en kunstenaarschap zijn de studies van Galenson (2006), Lindauer (2003) en Sohm (2007) van grote betekenis. Met hulp van deze denkers en schrijvers hoop ik tot een beter inzicht en begrip te komen van de 'verborgen carrière' van het voortgaande leren binnen de beroepspraktijk van oudere kunstenaars.
Onderzoeker: Leo Delfgaauw
Verborgen carrières: oudere kunstenaars en een leven lang leren.
Een narratief-biografisch onderzoek naar levenslang en levensbreed leren binnen de gevorderde beroepspraktijk van beeldende kunstenaars.
PhD-research Leo Delfgaauw.
Promotoren: prof. dr. Barend van Heusden (Groningen) en prof. dr. Rineke Smilde (Hanzehogeschool Groningen, Universität für Musik und Darstellende Kunst Wien).
Dit onderzoek richt zich op de artistieke praktijk en de loopbaanontwikkeling van professionele beeldende kunstenaars. Terwijl er over het algemeen vrij veel aandacht wordt geschonken aan jonge, beloftevolle kunstenaars, blijft de lange termijn van de artistieke carrière onderbelicht. Maar wat gebeurt er als een kunstenaar ouder wordt en niet meer gerekend kan worden tot de categorie 'jong en veelbelovend'? Als hij of zij niet meer 'jonger dan Jezus' is maar wellicht wel 'wijzer dan God'? Beginnende carrières en levenslange ervaring zijn geen gescheiden trajecten en kunnen het beste worden begrepen als een levenslang voortgaande ontwikkeling. Ouder worden is een wezenlijk onderdeel van de persoonlijke en professionele ontwikkeling van kunstenaars en roept daarmee vragen op over de artistieke praktijk, individualiteit en leerprocessen.
Deze vragen vormen het startpunt van dit onderzoek: op welke wijze maken leerprocessen onderdeel uit van de gevorderde artistieke praktijk? Welke vormen van leren zijn van toepassing op de ontwikkeling en vorming van een artistiek 'zelf'? Binnen welke sociale context speelt het leren een rol bij de individuele artistieke ontwikkeling? Hoe kunnen leerervaringen van oudere kunstenaars van betekenis zijn voor het kunstonderwijs? De onderzoeksdoelen zijn: jonge kunstenaars bewust te maken van een kunstenaarschap op de lange termijn waarbij maken en leren met elkaar verbonden zijn, het uitwisselen van de ervaring en expertise van oudere kunstenaars met starters en het inzichtelijk maken van de sociale context van een persoonlijke artistieke ontwikkeling. Uiteindelijk om de ervaringen van het gevorderde kunstenaarschap van betekenis te laten zijn voor de curricula van de kunstopleidingen.
Het gevorderde kunstenaarschap en het proces van het ouder worden zijn zo direct gerelateerd aan het kunstonderwijs en aan leerconcepten zoals 'lifelong learning', 'situated learning' en 'biographical learning'. Uitgangspunt voor dit narratief biografisch onderzoek is een aantal interviews met beeldend kunstenaars werkzaam in verschillende disciplines. Deze levensverhalen bieden het fundament voor een theoretisch kader. Vanuit deze 'grounded theory' zullen concepten van identiteit en 'zelf' worden geanalyseerd vanuit onder meer het gedachtengoed van George Herbert Mead (1934 [1992]). Leerconcepten zijn ontleend aan de geschriften van o.a. Peter Alheit (2009), Peter Jarvis (2006) en Jean Lave (1991). De artistieke praktijk wordt beschouwd vanuit de institutionele en sociale context van de 'kunstwereld' (Becker 1982 [2008]) en het 'veld van culturele productie' (Bourdieu 1993). Ten aanzien van de relatie ouder worden, creativiteit en kunstenaarschap zijn de studies van Galenson (2006), Lindauer (2003) en Sohm (2007) van grote betekenis. Met hulp van deze denkers en schrijvers hoop ik tot een beter inzicht en begrip te komen van de 'verborgen carrière' van het voortgaande leren binnen de beroepspraktijk van oudere kunstenaars.
Onderzoeker: Leo Delfgaauw
Originele taal-2 | Dutch |
---|---|
Aantal pagina's | 1 |
Status | Published - 2014 |