Samenvatting
Onder- en overvoeding op Intensive Care-afdelingen (IC's) wordt in verband gebracht met een langere ziekenhuisopname, een verhoogde morbiditeit en een verhoogde mortaliteit,
en een verhoogde mortaliteit. Deze studie onderzoekt of IC-patiënten optimaal gevoed werden volgens de European Society
voor Klinische Voeding en Metabolisme (ESPEN) richtlijnen. Methoden: Een cohort van 158 COVID-19-patiënten die intensieve
intensieve zorg nodig hadden voor ernstig respiratoir falen, waardoor een genuanceerde benadering van voedingsondersteuning nodig was, werd geanalyseerd. Voedingsstatus werd
bepaald met betrekking tot kilocalorieën en eiwit met behulp van het Energieverbruik afgeleid van de door de ventilator gemeten VCO2 en de
aangepaste Weir-vergelijking, en er werden gegevens gebruikt over de inname via enterale voeding. De studie omvatte beademde patiënten die
meer dan vijf dagen werden opgenomen zonder Extra Corporeal Life Support (ECLS) en enterale voeding kregen. Associaties tussen mortaliteit en
(i) calorie-inname en (ii) eiwitinname werden onderzocht met behulp van Chi-Square statistieken. Resultaten: Conform de ESPEN-richtlijnen,
45% van de patiënten ondervoed en 21% overvoed in kilocalorieën. Daarnaast was 61% ondervoed en 16% overvoed in eiwitten.
overvoed in eiwitten. De verdeling tussen de groepen overlevenden en overledenen ten opzichte van elk van de groepen goed
gevoed, ondervoed en overvoed was niet statistisch verschillend (p = 0,21).
De eiwitverdeling tussen overlevenden en
overleden groepen was niet statistisch verschillend (p = 0,67) wat betreft juiste, onvoldoende of overmatige eiwitinname. Conclusies:
Op basis van ESPEN-richtlijnen werden de meeste IC-patiënten onvoldoende gevoed in kilocalorieën en eiwit. Er werden echter geen significante
overlevingsverschillen waargenomen tussen groepen met verschillende voedingsgeschiktheid. Verder onderzoek wordt aanbevolen om de
implicaties van voedingsinterventies bij kritisch zieke patiënten te onderzoeken.
en een verhoogde mortaliteit. Deze studie onderzoekt of IC-patiënten optimaal gevoed werden volgens de European Society
voor Klinische Voeding en Metabolisme (ESPEN) richtlijnen. Methoden: Een cohort van 158 COVID-19-patiënten die intensieve
intensieve zorg nodig hadden voor ernstig respiratoir falen, waardoor een genuanceerde benadering van voedingsondersteuning nodig was, werd geanalyseerd. Voedingsstatus werd
bepaald met betrekking tot kilocalorieën en eiwit met behulp van het Energieverbruik afgeleid van de door de ventilator gemeten VCO2 en de
aangepaste Weir-vergelijking, en er werden gegevens gebruikt over de inname via enterale voeding. De studie omvatte beademde patiënten die
meer dan vijf dagen werden opgenomen zonder Extra Corporeal Life Support (ECLS) en enterale voeding kregen. Associaties tussen mortaliteit en
(i) calorie-inname en (ii) eiwitinname werden onderzocht met behulp van Chi-Square statistieken. Resultaten: Conform de ESPEN-richtlijnen,
45% van de patiënten ondervoed en 21% overvoed in kilocalorieën. Daarnaast was 61% ondervoed en 16% overvoed in eiwitten.
overvoed in eiwitten. De verdeling tussen de groepen overlevenden en overledenen ten opzichte van elk van de groepen goed
gevoed, ondervoed en overvoed was niet statistisch verschillend (p = 0,21).
De eiwitverdeling tussen overlevenden en
overleden groepen was niet statistisch verschillend (p = 0,67) wat betreft juiste, onvoldoende of overmatige eiwitinname. Conclusies:
Op basis van ESPEN-richtlijnen werden de meeste IC-patiënten onvoldoende gevoed in kilocalorieën en eiwit. Er werden echter geen significante
overlevingsverschillen waargenomen tussen groepen met verschillende voedingsgeschiktheid. Verder onderzoek wordt aanbevolen om de
implicaties van voedingsinterventies bij kritisch zieke patiënten te onderzoeken.
Originele taal-2 | English |
---|---|
Aantal pagina's | 6 |
Tijdschrift | International Journal of Nursing and Health Care Research |
Volume | 8 |
Nummer van het tijdschrift | 1 |
Status | Published - 20 jan. 2025 |
Keywords
- voeding
- energieverbruik
- proteïnen inname
- patiëntgerichte uitkomsten