Abstract
Verschillen tussen jongens en meisjes lijken vooral te bestaan in de attitude ten opzichte van Wetenschap & Technologie (W&T) en niet zo zeer in de verschillen in presentaties. Om te zorgen dat talenten van meisjes en vrouwen meer benut worden, moet er wellicht een attitudeverandering plaatsvinden in het onderwijs. Twee onderzoeken in het kader van Talentenkracht (Rijksuniversiteit en Hanzehogeschool) laten zien of er sprake is van genderverschillen en hoe leerkrachten hiermee omgaan. Het blijkt dat mannelijke leerkrachten vaker een positieve attitude ten aanzien van W&T-onderwijs rapporteren. Dit lijkt zijn weerslag te hebben in de klaspraktijk waarin jongens meer gelegenheid krijgen om zich te uiten. Talentenkracht promoot een interactiestijl gericht op alle leerlingen. Echter het is belangrijk om bewust met deze interactiestijl om te gaan en te zorgen dat alle leerlingen gestimuleerd worden. Leerkrachten kunnen het verschil maken door extra te letten op de inbrengen van meisjes, meisjes beurten te geven en hen vanaf het begin bij de les te betrekken.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 16-17 |
Journal | Bètapunt Noord Magazine |
Publication status | Published - 2014 |