Projects per year
Abstract
Achtergrond
Klimaatverandering brengt risico’s voor de stedelijke omgeving met zich mee zoals hittestress, wateroverlast en langdurige droogte met schade aan infrastructuur. Binnen de stedelijke omgeving nemen bedrijventerreinen een bijzondere positie in: ze beslaan circa 20% van het bebouwde gebied.
Bedrijventerreinen zijn grotendeels verhard, met weinig groen. Daardoor zijn de effecten van klimaatverandering hier vaak groter dan in andere bebouwde gebieden.
De gevoeligheid van bedrijventerreinen voor klimaatverandering impliceert risico’s voor de terreinen zelf en voor de omgeving.
Wateroverlast door intensieve neerslag, verlaging arbeidsproductiviteit door hitte en mogelijke schaarste van (proces)water door langdurige droogte zijn voorbeelden van bedreigingen die voor ondernemers urgenter worden. Bovendien hebben bedrijventerreinen, vanwege hun inrichting en ligging, een relatief grote impact op water, leefomgeving en biodiversiteit in de stad.
Vanwege het grote verharde oppervlak en relatief weinig eigenaren (groot oppervlak per eigenaar), lijken er juist op bedrijventerreinen
grote klimaatadaptieve kansen aanwezig te zijn. Vergroening van bedrijventerreinen lijkt een sleutelpositie in te nemen bij het integraal
klimaatadaptief maken van deze terreinen. Vergroening heeft de potentie om hittestress te verminderen, biodiversiteit te versterken en het werk- en vestigingsklimaat voor bedrijven te verbeteren.
Omdat het grootste deel van het oppervlak van bedrijventerreinen particulier bezit is, zijn het de ondernemers en vastgoedeigenaren die de klimaatadaptieve maatregelen uiteindelijk moeten implementeren en onderhouden. Dit vereist een effectieve publiek-private samenwerking met als doel: lagere klimaatrisico’s, een duurzaam economisch perspectief, lagere beheerkosten voor infrastructuur, een prettige en gezonde werkomgeving. De vraag is hoe deze samenwerking kan worden geïnitieerd en vorm kan worden gegeven.
Onderzoek
De uitdagingen maar vooral de kansen voor samenwerking rond klimaatadaptatie op bedrijventerreinen zijn onderzocht door een
consortium tussen twee hogescholen, vijf gemeenten, drie waterschappen, drie groenbedrijven (mkb) en een milieufederatie. De volgende hoofdvraag stond centraal in het onderzoek:
Wat is een effectieve werkwijze voor overheden om samen met ondernemers bedrijventerreinen klimaatadaptief te
maken en waarvan is deze effectiviteit afhankelijk?
Deze hoofdvraag is op te splitsen in de volgende deelvragen:
1. Wat zijn knelpunten en kansen om integrale klimaatadaptieve maatregelen te verenigen met ambities en belangen van ondernemers en overheden?
2. Wat zijn (kosten)effectieve integrale maatregelen en van welke factoren of omstandigheden is de effectiviteit en (meer)waarde afhankelijk?
3. Welke factoren belemmeren of stimuleren de implementatie van integrale maatregelen op bedrijventerreinen en hoe kan door samenwerking de implementatie worden bevorderd?
Het onderzoek heeft plaatsgevonden op vijf bedrijventerreinen in
Noord Nederland, volgens een Living Lab aanpak:. een traject waarin
ondernemers, overheden, onderwijs en andere belanghebbenden
samenwerken aan een complex vraagstuk. In dit geval integrale
vergroening en klimaatbestendig maken van bestaande terreinen.
Het Ecomunitypark, een groen en duurzaam werklandschap van 17
hectare in Oosterwolde, is in het onderzoek betrokken als groene
benchmark-locatie. Tijdens het onderzoek is samengewerkt met
ondernemers en bedrijvenverenigingen.
3
Resultaten
Bedrijventerreinen zijn sterk versteend, veel oppervlak is privaat eigendom
Met behulp van openbare data, modelberekeningen en ruimtelijke
statistiek zijn verschillende kenmerken van de fysieke omgeving in kaart
gebracht: clusters van verharding en groen, mate van afvloeiing, risico op
wateroverlast, en eigendomssituatie. Uit de analyses blijkt dat 60 – 80% van
het oppervlak op de bedrijventerreinen verhard is en dat 75 – 82% van het
oppervlak in particulier bezit is.
Door de verschillende ruimtelijke kenmerken op een kaart te integreren
ontstaat inzicht in de locaties waar zich (voor klimaatverandering) de
meest kwetsbare en de minst kwetsbare locaties bevinden. De analyses
tonen veelal dat de minst kwetsbare gebieden veelal publiek terrein
betreft, en de meest kwetsbare oppervlaktes in particulier bezit zijn.
Dit suggereert dat de meeste impact kan worden gemaakt door juist op
particulier terrein groenmaatregelen te nemen.
Bedrijventerreinen kunnen hitte eilanden worden
Uit de resultaten blijkt dat bedrijventerreinen stedelijke hitte-eilanden
(UHI’s) kunnen worden tijdens warme zomerdagen. Tijdens een hittegolf
in augustus 2022 was het in de late avond (21.00 – 23.59 uur) tot bijna
5 graden warmer op bedrijventerreinen die sterk versteend zijn, in
vergelijking tot het buitengebied. Op het Ecomunitypark in Oosterwolde,
een werklandschap met veel groen, bleek het hitte-eiland-effect beperkt
tot ruim 2 °C. De resultaten suggereren dat meer groen resulteert in een
afname van het UHI-effect van circa 0,7 °C per 10% meer groen oppervlak.
Daarbij wordt aangetekend dat de meeste mensen overdag aan het werk
zijn, en niet in het tijdvak met de meeste uitstraling (21:00 - 23:59 uur).
Biodiversiteit is met eenvoudige maatregelen te stimuleren
Om een beeld te krijgen van de biodiversiteit is gekeken naar de huidige
situatie van de soortenrijkdom aan flora en fauna en de hoeveelheid
biomassa bij de aangetroffen vliegende insecten op de verschillende
bedrijventerreinen. In totaal zijn op de zes bedrijventerreinen 323 soorten
lage vegetatie, 51 soorten bomen, 43 soorten struiken, 56 soorten vogels,
20 soorten libellen, 16 soorten dagvlinders, 4 soorten zoogdieren, 4 soorten
amfibieën en 29 soorten insecten aangetroffen.
Op alle bedrijventerreinen had de fysieke omgeving (habitat) invloed op
de biodiversiteit. Met statistische modellen is getoetst welke factoren
van invloed zijn op de lage vegetatiesoorten. Met Z-scores is berekend of
meetpunten onder gemiddeld, net boven gemiddeld en bovengemiddeld
scoren. Op basis van de resultaten zijn haalbare streefbeelden
geïdentificeerd: locaties met de meeste biodiversiteit. Dit biedt handvatten
om laag scorende meetpunten binnen een bedrijventerrein aan te passen
naar de omstandigheden van hoog scorende locaties. Dit kan ervoor
zorgen dat de biodiversiteit wordt vergroot.
De baten van groen zijn veelzijdig
Met als doel het gesprek stimuleren over (verdeling van) kosten en
baten van (klimaatadaptatie door) groenmaatregelen is een kengetallen
kostenbaten-analyse (KKBA) uitgevoerd. In deze analyse is voor de
verschillende bedrijventerreinen de huidige situatie (0-alternatief)
vergeleken met een (denkbeeldig) alternatief waarin substantieel meer
groen wordt gerealiseerd, namelijk vergroening van dertig procent van het
verharde oppervlak waarvan de helft (15%) door middel van de aanleg van
groene daken, de andere helft (15%) door de aanleg van wadi’s. De KKBA
vergelijkt de netto constante waarde over een termijn van 30 jaar.
De uitkomsten van onze KKBA berekeningen suggereren dat vergroening
loont: de baten overstijgen de kosten, zowel monetair als niet monetair.
We gebruiken hier bewust de term ‘suggereren’ omdat de uitkomsten
van de monetaire kosten- en baten berekeningen resultanten zijn van
de aannames die zijn gehanteerd met betrekking tot de verschillende
inputparameters. De snelheid en mate van klimaatverandering zijn
onzeker. Datzelfde geldt voor de effecten van klimaatverandering op
bedrijven, bedrijventerreinen en de omgeving, voor de verschillende
domeinen: arbeidsproductiviteit, welzijn en gezondheid, fysieke overlast
door hitte en water, waarde van onroerend goed, biodiversiteit etc..
4
Tenslotte: realisatie van meer groen en klimaatadaptatie in de praktijk
Het Raak Publiek onderzoek Klimaatadaptieve Bedrijventerreinen
heeft aangetoond dat klimaatadaptatie via vergroening van bestaande
bedrijventerreinen voordelen biedt, die zowel de belangen van
bedrijven als van de samenleving kunnen dienen. Implementatie van
(groen)maatregelen op bedrijventerreinen behoeft samenwerking
tussen overheden en ondernemers. Verder heeft het project duidelijk
gemaakt dat het klimaatadaptief maken en vergroenen van bestaande
bedrijventerreinen maatwerk is. Een uniforme werkwijze is daarom niet
adequaat, maar op basis van de bevindingen kunnen wel do’s en dont’s
worden afgeleid, primair voor overheden. De do’s en dont’s zijn gericht
op pioritering, initiatie, faciliteren, organisatie en communicatie rond
vergroening van bedrijventerreinen, onder andere:
• Het initiëren en stimuleren van showcases;
• Het communiceren over waarom vergroening belangrijk is in ‘taal’
van ondernemers;
• Het faciliteren met kennis, en mogelijke subsidies;
• Het faciliteren door een contactpersoon tussen gemeente en
bedrijvenverenigingen;
• Het stimuleren van een goede organisatiegraad van
bedrijvenverenigingen;
• Het maken van verbindingen tussen beleidsterreinen, ten
behoeve van een integrale scope, met zicht op koppelkansen.
Klimaatverandering brengt risico’s voor de stedelijke omgeving met zich mee zoals hittestress, wateroverlast en langdurige droogte met schade aan infrastructuur. Binnen de stedelijke omgeving nemen bedrijventerreinen een bijzondere positie in: ze beslaan circa 20% van het bebouwde gebied.
Bedrijventerreinen zijn grotendeels verhard, met weinig groen. Daardoor zijn de effecten van klimaatverandering hier vaak groter dan in andere bebouwde gebieden.
De gevoeligheid van bedrijventerreinen voor klimaatverandering impliceert risico’s voor de terreinen zelf en voor de omgeving.
Wateroverlast door intensieve neerslag, verlaging arbeidsproductiviteit door hitte en mogelijke schaarste van (proces)water door langdurige droogte zijn voorbeelden van bedreigingen die voor ondernemers urgenter worden. Bovendien hebben bedrijventerreinen, vanwege hun inrichting en ligging, een relatief grote impact op water, leefomgeving en biodiversiteit in de stad.
Vanwege het grote verharde oppervlak en relatief weinig eigenaren (groot oppervlak per eigenaar), lijken er juist op bedrijventerreinen
grote klimaatadaptieve kansen aanwezig te zijn. Vergroening van bedrijventerreinen lijkt een sleutelpositie in te nemen bij het integraal
klimaatadaptief maken van deze terreinen. Vergroening heeft de potentie om hittestress te verminderen, biodiversiteit te versterken en het werk- en vestigingsklimaat voor bedrijven te verbeteren.
Omdat het grootste deel van het oppervlak van bedrijventerreinen particulier bezit is, zijn het de ondernemers en vastgoedeigenaren die de klimaatadaptieve maatregelen uiteindelijk moeten implementeren en onderhouden. Dit vereist een effectieve publiek-private samenwerking met als doel: lagere klimaatrisico’s, een duurzaam economisch perspectief, lagere beheerkosten voor infrastructuur, een prettige en gezonde werkomgeving. De vraag is hoe deze samenwerking kan worden geïnitieerd en vorm kan worden gegeven.
Onderzoek
De uitdagingen maar vooral de kansen voor samenwerking rond klimaatadaptatie op bedrijventerreinen zijn onderzocht door een
consortium tussen twee hogescholen, vijf gemeenten, drie waterschappen, drie groenbedrijven (mkb) en een milieufederatie. De volgende hoofdvraag stond centraal in het onderzoek:
Wat is een effectieve werkwijze voor overheden om samen met ondernemers bedrijventerreinen klimaatadaptief te
maken en waarvan is deze effectiviteit afhankelijk?
Deze hoofdvraag is op te splitsen in de volgende deelvragen:
1. Wat zijn knelpunten en kansen om integrale klimaatadaptieve maatregelen te verenigen met ambities en belangen van ondernemers en overheden?
2. Wat zijn (kosten)effectieve integrale maatregelen en van welke factoren of omstandigheden is de effectiviteit en (meer)waarde afhankelijk?
3. Welke factoren belemmeren of stimuleren de implementatie van integrale maatregelen op bedrijventerreinen en hoe kan door samenwerking de implementatie worden bevorderd?
Het onderzoek heeft plaatsgevonden op vijf bedrijventerreinen in
Noord Nederland, volgens een Living Lab aanpak:. een traject waarin
ondernemers, overheden, onderwijs en andere belanghebbenden
samenwerken aan een complex vraagstuk. In dit geval integrale
vergroening en klimaatbestendig maken van bestaande terreinen.
Het Ecomunitypark, een groen en duurzaam werklandschap van 17
hectare in Oosterwolde, is in het onderzoek betrokken als groene
benchmark-locatie. Tijdens het onderzoek is samengewerkt met
ondernemers en bedrijvenverenigingen.
3
Resultaten
Bedrijventerreinen zijn sterk versteend, veel oppervlak is privaat eigendom
Met behulp van openbare data, modelberekeningen en ruimtelijke
statistiek zijn verschillende kenmerken van de fysieke omgeving in kaart
gebracht: clusters van verharding en groen, mate van afvloeiing, risico op
wateroverlast, en eigendomssituatie. Uit de analyses blijkt dat 60 – 80% van
het oppervlak op de bedrijventerreinen verhard is en dat 75 – 82% van het
oppervlak in particulier bezit is.
Door de verschillende ruimtelijke kenmerken op een kaart te integreren
ontstaat inzicht in de locaties waar zich (voor klimaatverandering) de
meest kwetsbare en de minst kwetsbare locaties bevinden. De analyses
tonen veelal dat de minst kwetsbare gebieden veelal publiek terrein
betreft, en de meest kwetsbare oppervlaktes in particulier bezit zijn.
Dit suggereert dat de meeste impact kan worden gemaakt door juist op
particulier terrein groenmaatregelen te nemen.
Bedrijventerreinen kunnen hitte eilanden worden
Uit de resultaten blijkt dat bedrijventerreinen stedelijke hitte-eilanden
(UHI’s) kunnen worden tijdens warme zomerdagen. Tijdens een hittegolf
in augustus 2022 was het in de late avond (21.00 – 23.59 uur) tot bijna
5 graden warmer op bedrijventerreinen die sterk versteend zijn, in
vergelijking tot het buitengebied. Op het Ecomunitypark in Oosterwolde,
een werklandschap met veel groen, bleek het hitte-eiland-effect beperkt
tot ruim 2 °C. De resultaten suggereren dat meer groen resulteert in een
afname van het UHI-effect van circa 0,7 °C per 10% meer groen oppervlak.
Daarbij wordt aangetekend dat de meeste mensen overdag aan het werk
zijn, en niet in het tijdvak met de meeste uitstraling (21:00 - 23:59 uur).
Biodiversiteit is met eenvoudige maatregelen te stimuleren
Om een beeld te krijgen van de biodiversiteit is gekeken naar de huidige
situatie van de soortenrijkdom aan flora en fauna en de hoeveelheid
biomassa bij de aangetroffen vliegende insecten op de verschillende
bedrijventerreinen. In totaal zijn op de zes bedrijventerreinen 323 soorten
lage vegetatie, 51 soorten bomen, 43 soorten struiken, 56 soorten vogels,
20 soorten libellen, 16 soorten dagvlinders, 4 soorten zoogdieren, 4 soorten
amfibieën en 29 soorten insecten aangetroffen.
Op alle bedrijventerreinen had de fysieke omgeving (habitat) invloed op
de biodiversiteit. Met statistische modellen is getoetst welke factoren
van invloed zijn op de lage vegetatiesoorten. Met Z-scores is berekend of
meetpunten onder gemiddeld, net boven gemiddeld en bovengemiddeld
scoren. Op basis van de resultaten zijn haalbare streefbeelden
geïdentificeerd: locaties met de meeste biodiversiteit. Dit biedt handvatten
om laag scorende meetpunten binnen een bedrijventerrein aan te passen
naar de omstandigheden van hoog scorende locaties. Dit kan ervoor
zorgen dat de biodiversiteit wordt vergroot.
De baten van groen zijn veelzijdig
Met als doel het gesprek stimuleren over (verdeling van) kosten en
baten van (klimaatadaptatie door) groenmaatregelen is een kengetallen
kostenbaten-analyse (KKBA) uitgevoerd. In deze analyse is voor de
verschillende bedrijventerreinen de huidige situatie (0-alternatief)
vergeleken met een (denkbeeldig) alternatief waarin substantieel meer
groen wordt gerealiseerd, namelijk vergroening van dertig procent van het
verharde oppervlak waarvan de helft (15%) door middel van de aanleg van
groene daken, de andere helft (15%) door de aanleg van wadi’s. De KKBA
vergelijkt de netto constante waarde over een termijn van 30 jaar.
De uitkomsten van onze KKBA berekeningen suggereren dat vergroening
loont: de baten overstijgen de kosten, zowel monetair als niet monetair.
We gebruiken hier bewust de term ‘suggereren’ omdat de uitkomsten
van de monetaire kosten- en baten berekeningen resultanten zijn van
de aannames die zijn gehanteerd met betrekking tot de verschillende
inputparameters. De snelheid en mate van klimaatverandering zijn
onzeker. Datzelfde geldt voor de effecten van klimaatverandering op
bedrijven, bedrijventerreinen en de omgeving, voor de verschillende
domeinen: arbeidsproductiviteit, welzijn en gezondheid, fysieke overlast
door hitte en water, waarde van onroerend goed, biodiversiteit etc..
4
Tenslotte: realisatie van meer groen en klimaatadaptatie in de praktijk
Het Raak Publiek onderzoek Klimaatadaptieve Bedrijventerreinen
heeft aangetoond dat klimaatadaptatie via vergroening van bestaande
bedrijventerreinen voordelen biedt, die zowel de belangen van
bedrijven als van de samenleving kunnen dienen. Implementatie van
(groen)maatregelen op bedrijventerreinen behoeft samenwerking
tussen overheden en ondernemers. Verder heeft het project duidelijk
gemaakt dat het klimaatadaptief maken en vergroenen van bestaande
bedrijventerreinen maatwerk is. Een uniforme werkwijze is daarom niet
adequaat, maar op basis van de bevindingen kunnen wel do’s en dont’s
worden afgeleid, primair voor overheden. De do’s en dont’s zijn gericht
op pioritering, initiatie, faciliteren, organisatie en communicatie rond
vergroening van bedrijventerreinen, onder andere:
• Het initiëren en stimuleren van showcases;
• Het communiceren over waarom vergroening belangrijk is in ‘taal’
van ondernemers;
• Het faciliteren met kennis, en mogelijke subsidies;
• Het faciliteren door een contactpersoon tussen gemeente en
bedrijvenverenigingen;
• Het stimuleren van een goede organisatiegraad van
bedrijvenverenigingen;
• Het maken van verbindingen tussen beleidsterreinen, ten
behoeve van een integrale scope, met zicht op koppelkansen.
Original language | Dutch |
---|---|
Publisher | Van Hall Larenstein University of Applied Sciences |
Commissioning body | Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA |
Number of pages | 86 |
Publication status | Published - 30 Nov 2023 |
Keywords
- climate adaptation
- climate adaption
- business parks
Projects
- 1 Finished
-
Klimaatbestendige bedrijventerreinen
Boogaard, F., Krol, D., Koning, J. & Roest, A.
1/02/21 → 31/01/23
Project: Research
Press/Media
-
Kan dat nou, zo'n korte broek op kantoor? Hittestress op de werkvloer
6/08/24
1 item of Media coverage
Press/Media: Expert Comment