Abstract
Eind vorige eeuw werd door Günther Schmid van het Wissenschaftszentrum in Berlijn een model van de arbeidsmarkt ontwikkeld, dat sindsdien door veel onderzoekers en beleidsmakers is gehanteerd. Het wordt het model van de transitionele arbeidsmarkt genoemd, of kortweg het TAM-model.
Kerngedachte achter dit TAM-model is de, misschien idealistische, veronderstelling dat voor iedereen werkgelegenheid gecreëerd kan worden. Die werkgelegenheid heeft dan de vorm van een gemiddeld aantal uren werk over de totale arbeidslevensloop van een mens. Daarvoor moeten mensen regelmatig tijdens hun arbeidzame leven een positieverandering (transitie) maken. Zulke regelmatige transities vergroten de flexibiliteit en mobiliteit van individuen op de arbeidsmarkt. En dat bevordert weer het concurrentievermogen van ondernemingen en economische groei.
Een waar arbeidsmarktideaal!
Kerngedachte achter dit TAM-model is de, misschien idealistische, veronderstelling dat voor iedereen werkgelegenheid gecreëerd kan worden. Die werkgelegenheid heeft dan de vorm van een gemiddeld aantal uren werk over de totale arbeidslevensloop van een mens. Daarvoor moeten mensen regelmatig tijdens hun arbeidzame leven een positieverandering (transitie) maken. Zulke regelmatige transities vergroten de flexibiliteit en mobiliteit van individuen op de arbeidsmarkt. En dat bevordert weer het concurrentievermogen van ondernemingen en economische groei.
Een waar arbeidsmarktideaal!
Original language | Dutch |
---|---|
Publication status | Published - 2012 |