Hoe je een middeleeuwse moskee beschermt tegen aardbevingen, dat weet ingenieur Ihsan Engin Bal inmiddels. Nu verruilt de wetenschapper zijn positie aan de Technische Universiteit van Istanbul voor een lectoraat Aardbevingsbestendig Bouwen bij de Hanzehogeschool Groningen, waar hij vanaf 1 mei fulltime aan de slag gaat.
Niet alleen om hier een nieuwe generatie klaar te stomen tot bevingsexpert, ook om de provincie in te trekken. Zijn specialiteit is het versterken van historische gebouwen. In bevingsgevoelige landen als Turkije, Italië en Griekenland geen overbodige luxe, maar Nederland heeft er nog niet veel ervaring mee. De kosters van monumentale kerken uit het geplaagde Groningse gebied zullen hem dankbaar zijn.
Toch lijken Turkse en Italiaanse bevingen wezenlijk anders dan die in Groningen. Rond de Middellandse Zee komen ze tot stand door het tegen elkaar aanschuren van platen in de aardkorst, die in de Nederlandse provincie door het winnen van aardgas.
Hoeveel hebben ze in Groningen dan aan uw expertise?
"Het is waar dat de oorzaken verschillen. Bij die plaatverschuivingen komt er veel meer energie vrij dan bij bevingen door gaswinning. Maar zover ik weet zijn er geen experts gespecialiseerd in deze Groningse 'opgewekte' aardbevingen. Het probleem is daar wereldwijd simpelweg te klein voor. Daarom kon ik, afkomstig uit de traditionele aardbevingskringen, er prima op solliciteren."
"De vraag die voor mij vooral belangrijk is: verschilt de schadeberokkening wezenlijk tussen de twee soorten trillingen in de grond? Ik denk het niet. Hoewel er nog niet genoeg data over zijn verzameld, lijkt het of de bevingen in Groningen iets korter duren. De grond gaat er letterlijk minder vaak op en neer. Maar verder is een beving een beving, is het idee."
Bal leidde in Turkije onlangs een project waarin hij een eeuwenoude Ottomaanse moskee - en daarvoor een Romeinse tempel en Byzantijnse kerk - moest beschermen tegen toekomstig getril. Ook in Groningen zal hij zich met dat soort zaken bezighouden, onder meer door onderzoek te doen met een grote trilplaat die er later dit jaar in gebruik wordt genomen. Daarop kun je delen van huizen nabouwen, om vervolgens met een druk op de knop te kijken hoe en hoe snel die kapotschudden.
Waarom is het werken met die historische panden zo anders dan met gewone huizen?
"Vanwege alle beperkingen waar ik als ingenieur mee te maken heb. Stel, een binnenmuur van een oude kerk brokkelt gedeeltelijk af. Dan zou je denken: metsel dat weer even terug en je bent klaar. Maar dat mag dus niet zomaar. Zodra je dingen te veel aanpast, verliest het pand zijn culturele status als erfgoed, zijn authenticiteit. Het is dan immers een gebouw dat bestaat uit oude én nieuwe muren."
"Daarnaast is het credo: de aanpassingen aan zo'n kerk moeten omkeerbaar zijn. Over honderd jaar kunnen experts heel anders denken over de ideale versteviging. Alle stalen en houten elementen die ik laat inbouwen, moeten dan weer te ontmantelen zijn. Geen dingen die aan het oude gesteente blijven kleven dus, zoals cement."
U komt als Turks wetenschapper naar Nederland in een politiek gevoelige periode. Merkt u daar nog iets van?
"In Nederland doet niemand raar over mijn Turkse afkomst."
Lachend: "Op de sfeer op de universiteit in Turkije geef ik geen commentaar."